Toen ik zo’n tien jaar geleden advocaat werd had er zelden nog iemand van het woord ‘wraking’ gehoord. Het stond net als vandaag de dag zowel in het strafrecht als ook in het civiele recht opgenomen in de wet, maar mensen leken toentertijd nog meer begrip en ontzag voor de Rechtbank en uitspraken van rechters te hebben.
Met de zaak van een bekende blonde politicus is het wraken van een Rechtbank tegenwoordig hip en trendy, zo lijkt het. Bent u het even niet eens met iets dat ter zitting gebeurt dan roept men luidt naar de rechter: ik wraak u, en die rechter is dan verplicht om de wrakingskamer bij elkaar te roepen voor het geven van een oordeel over uw wrakingsverzoek.
Dat de meeste wrakingsverzoeken worden afgewezen en dat u vervolgens met die niet gewraakte maar wel vaak geïrriteerde rechter verder moet wordt vaak vergeten bij het doen van een wrakingsverzoek. Natuurlijk is het goed om een rechter te wraken als het overduidelijk is dat hij op voorhand partijdig is, maar dat is zelden aantoonbaar het geval.
De Rechtbank Midden-Nederland werd recent geconfronteerd met een onvoldoende onderbouwd wrakingsverzoek dat werd afgewezen, waarna zij tevens bepaalde dat gedurende diezelfde procedure geen wrakingsverzoeken meer behandeld zullen worden, link naar uitspraak. Dat kan zij op grond van de wet weliswaar bepalen om misbruik van het wrakingsmiddel te voorkomen in het belang van de voortgang van een procedure, maar dat lijkt rechters in het vervolg van die procedure ook de mogelijkheid te bieden het niet langer zeer zorgvuldig te nemen met de vereiste partijdigheid. Ik meen dat de Rechtbank er beter aan had gedaan om op goed gemotiveerde wijze het wrakingsverzoek af te wijzen dan het rechtsmiddel geheel buiten spel te zetten.
Indien u uw rechtszaak laat behartigen door een van de advocaten van ons kantoor kunt u er als dan van op aan dat wij alles voor uw zaak zullen doen, maar wij handelen zelden uit wraak.